Bij de start van mijn Minor is mij gevraagd of ik de cursus Digital Creator wilde volgen. Deze is namelijk goed inzetbaar tijdens het opnemen van de Mediamovies voor het SchoolTV Weekjournaal. Hieronder een verslag wat we hebben behandeld.
Vandaag hadden we de eerste bijeenkomst voor Digital Creator. Na een korte inleiding van Henk Kip, mochten we zelf aan de slag gaan. Omdat twee eerdere geplande bijeenkomsten niet door konden gaan, moesten we vandaag een tandje harder werken.
We zijn vandaag begonnen met Module C: Filmtaal. Deze module bestaat uit zes lessen, waarvan we vandaag de eerste drie lessen zelfstandig hebben behandeld.
Les 1 stond in het teken van Kadrering en beeldscherpte. Kadrering wil zeggen dat je tijdens het filmen een bepaald kader wil maken voor een bepaald fragment. Ieder weet wel wat bedoeld wordt met een close-up. Daarintegen heb je ook:
-Overzicht: Deze opname is van grote afstand genomen. De kijker krijgt een beeld van de omgeving etc.
- Totaalshot: Opname is dichterbij het onderwerp. Personen zijn in dit fragment van top tot teen te zien.
- Mediumshot: Personen zijn te zien vanaf hun middel. Wat duidelijk in beeld kan worden gebracht is de mimiek van de persoon en waar ze mee bezig zijn.
- Extreme close-up: Gezicht van de persoon wordt zeer duidelijk in beeld gebracht om de expressie extra dementie te geven.
- Tegenshot: Andere benaming is Cutaway. Er wordt hierbij een context toegevoegd aan het fragment. De maker kan hierbij laten zien wat de persoon aan het doen is. Bijv. eten, tanden poetsen etc.
Tot slot hebben we nog perspectief. Deze kan worden gefilmd met een laag of hoog perspectief. Beter gezegd: Van onder of van boven gefilmd.
Les 2 stond in het teken van Scherptediepte gebruiken van filmtaal.
Hierbij moet je denken aan:
- Kleine scherptediepte: Close-up gericht op het onderwerp van dat fragment.
- Grote scherptediepte: Mediumshot. In het fragment is alles scherp te zien, zowel de persoon als de achtergrond.
- Onscherpte: Fragment met beweging. Je ziet de persoon lopen naar een bepaald punt.
In les 2 stond ook Camerabeweging centraal.
- Pan - beweging: De camera maakt een horizontale beweging en kan hiermee de persoon goed volgen.
- Track - beweging: Een volg beweging. Persoon verplaatst zich van links naar rechts en de camera beweegt achteruit om de persoon te kunnen volgen.
- Tilt - beweging: Vergelijkbaar met een pan beweging. Camera beweegt hier niet zijdelings, maar op en neer (verticaal).
- Point of view: Camera filmt wat de hoofdpersoon ziet.
Les 3 ging in op belichting en kleur.
Je hebt drie soorten belichting:
- Basislicht: Dit is de belangrijkste lichtbron. Daarbij is dit licht gericht op een bepaald onderwerp.
- Vullicht: Door het basislicht ontstaan er harde schaduwen. Vullicht zorgt ervoor dat deze schaduwen zachter op het beeld overkomen.
- Tegenlicht: Achter het onderwerp zetten ze licht. Dit licht is dus richting de camera.
Als laatste moest je een opdracht maken wat het effect was van kleur in een film.
- Zwart - wit of sepia: Wanneer een droom in een fragment moet worden uitgebeeld, wordt vaak van dit effect ingezet. Dit om de kijker mee te nemen naar vroeg, een droom o.i.d.
- Niet verzadigd: Hierbij worden de kleuren grotendeels weggehaald. Hierdoor krijgt het beeld een hardere uitstraling.
- Verzadigde kleur: Het fragment krijgt hierbij juist extra kleur om een bepaalde 'extra' sfeer te geven aan het fragment.
Volgende week gaan we aan de slag met les 4, 5 en 6.
dinsdag 3 november 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten